LEO UITTENBOGAARD - Een leven in drie werelden
De Rotterdammer Leo Uittenbogaard (1915) ging naar eigen zeggen in 1942 de journalistiek in. Over de tijd daarvoor is alleen bekend dat hij in Den Haag de in ’s-Heerenberg geboren Jozef Rulof heeft ontmoet, met wie hij blijkens een verklaring van Rulof bevriend raakte. In 1938 vierden ze samen met hun echtgenotes oudejaarsavond. In 1945 richtten zij samen de stichting De eeuw van Christus op. Over zijn journalistieke prestaties in de oorlogsjaren na 1942 is niets bekend, maar na de bevrijding werd hij door de Eereraad voor de Letterkunde vanwege zijn lidmaatschap van de Kultuurkamer gestraft met een beroepsverbod tot 5 mei 1946. Onderwijl hield hij tal van lezingen waarin hij de komst van de “profeet” Rulof aankondigde. Gedurende enige tijd hield hij zich op in ’s-Heerenberg om te werken aan een boek over de jeugd van Jozef dat in 1947 in Amerika werd uitgegeven. Leo en zijn vrouw Nelly de Graaf waren overtuigde spiritisten Tussen de twee mannen boterde het steeds minder, omdat Jozef Rulof een kruistocht tegen het spiritisme was begonnen. Tijdens een optreden van de zelfbenoemde profeet in 1947 verkondigde hij in de pauze de stigmata van Christus te hebben ontvangen. Leo, die hem met een aardappelschilmesje in de weer had gezien, verbrak de relatie subiet en ging aan de slag op de redactie van het familieweekblad “Wereldkroniek” van uitgever Ad Stok. Begin jaren ’50 werd hij benoemd tot hoofdredacteur, schreef een drietal reisboeken onder de titel “De wereld - een verbijsterend avontuur” en wierp zich vanaf 1953 op als verdediger van de Berkelse arts John Opdam die terecht moest staan voor de gifmoord op zijn echtgenote. Hij was die enige die in zijn onschuld geloofde want “dr. O” kreeg in 1955 levenslang aan zijn broek. Niet dat Leo U. iets daarvan had opgestoken, want als de gifarts in 1963 voor de tweede keer tot levenslang wordt veroordeeld - ditmaal vanwege de gifmoord op zijn medegevangene Adri Lodder - heeft de journalist vier jaar lang bij hoog en bij laag volgehouden dat hij opnieuw onschuldig is. Waarom hij de tweevoudige moordenaar zo fanatiek heeft verdedigd zal altijd wel een raadsel blijven, maar zijn werkgever Stok vond het in ieder geval tijd om zijn hoofdredacteur wat in te tomen. Na hem in 1962 nog te hebben bejubeld met zijn 25-jarig jubileum als journalist (wat impliceerde dat hij het vak al in 1937 in zou zijn gegaan) loopt de druk die op hem wordt uitgeoefend zo hoog op dat hij in 1966 op staande voet ontslag neemt. Na een kort avontuur als hotelmanager op Curaçao doet hij vier jaar later een poging om een eigen schandaalblaadje te lanceren. Het loopt uit op een mislukking en hij weet nauwelijks een faillissement te ontlopen. Ten prooi aan een depressie belandt hij in de WAO. Als ik hem in 1974 benader om de PR voor Gouden Handen te doen tref ik een futloze man die weinig zin heeft om een tentoonstelling van amateuristische kitsch te promoten. Maar als mijn compagnon Gerth Hazeleger hem uitnodigt voor een weekje in diens vakantievilla in Benidorm laat hij weten wel een keer naar ’s-Heerenberg te willen komen. Zijn herinnering aan Jozef Rulof zal daarbij zeker een rol hebben gespeeld.
Zelf zou hij later beweren dat hij tegen het einde van de oorlog in ’s-Heerenberg zat ondergedoken, maar dat was dus niet omdat hij voor bezetter op de loop was, maar vanwege het beroepsverbod.
Na zijn gedwongen vertrek als voorzitter van de stichting Gouden Handen in 1990 trok hij zich verbitterd terug in zijn Haagse woning. Kort daarna werd prostaatkanker bij hem geconstateerd. Hij deed nog een amechtige poging om de wereld te verbeteren en wilde daarna niets meer met de buitenwereld van doen hebben. Op 5 november 1995 overleed hij. Jozef Rulof had beloofd achter de kist klaar te zullen staan om zijn afvallige ”adept” te verwelkomen.
Het boek “LEO UITTENBOGAARD. Een leven in drie werelden” is te koop op www.bravenewbooks.nl/johanneslens.